Het voelt een eeuwigheid geleden dat we het Ziltepad afstruinden. Eerder dit jaar praktisch tweewekelijks. Nu was eind mei de laatste keer. Maar gelukkig kwam dat door een hoop leuke interventies: het lopen van de Cotswold Way, een aantal aanvullende etappes op de Jacobswegen in Limburg en elk een niet overlappende zomervakantie.
Maar nu keren we terug naar de noordelijkste streken van Groningen. We spreken af in de beoogde finishplek Usquert, en carpoolen naar Pieterburen waar we parkeren bij de voormalige zeehondenopvang. Klaar voor de startfoto? Go!
Via een paar kronkelende paadjes lopen we achter het bezoekerscentrum Waddenkust het dorp uit. Eerst over smalle paadjes, en dan over voor het zicht eindeloze rechte asfaltweggetjes richting de zeedijk. Na een paar kilometer kom je aan bij de huidige zeekering, ter hoogte van het kunstwerk IJzeren Wadloper. Een sculptuur dat uitkijkt over het Wad. Bovenop de dijk, en tussen de tientallen schapen en hun keutels door, lopen we oostelijk.
We komen aan bij het kleinste zeehaventje van Nederland, bij Noordpolderzijl. Ooit was er zelfs een eigen visafslag, maar vanwege de beperkte toegang door eb en vloed is deze functie komen te vervallen. Op dit moment ligt er één zeilbootje en lopen er wat toevallige passanten rond. Net als wij. We maken een paar foto’s, en steken dan de dijk over. Hier lopen we langs ’t Zielhoes (Groningers voor sluishuis), wat op dit moment een dorpscafé is waarbij de terrasjes al gezellig druk worden halverwege de ochtend. Over wederom een eindeloze lange rechte asfalt weg lopen we richting de bewoonde wereld.
Bij een enorme boerderij bij Watwerd zien we wat onduidelijke levendigheid opdoemen. Pas als we een stuk dichterbij zijn zien we dat er zo’n 15-20 cursisten een schildercursus volgen en zich met het zicht op de zeedijk rond de boerderij hebben gesetteld. Vanaf de boerderij is het nog een paar kilometer naar het naburige Warffum. Inmiddels is het lunchtijd, en na het eerdere Zielhoes is hier in Warffum de enige andere lunchoptie aan de route. We gaan eten bij het Spijslokaal, op het terrein van het openluchtmuseum. We worden gewaarschuwd voor mogelijk iets langere wachttijd vanwege een wat grotere bijeenkomst in één van de zaaltjes. Maar blijken toch snel en vriendelijk geholpen te worden.
Na de lunch trekken we zuidwaarts Warffum uit, en moeten volgens de routekaart ergens halverwege het pad naar links. Bij een sloot tussen twee enorme weilanden. Het is echter onduidelijk of we links, of rechts van de sloot moeten lopen. Beide kanten zien er even begaanbaar uit. We kiezen voor links.
Een aantal weiden en akkers verderop komen we aan ter hoogte van een bredere dwarssloot, en een pad aan de overkant van die sloot langs de vaart de Usquerdermaar. De overkant. Daar hadden we moeten lopen, en een paar kilometer terug hadden we alleen via de rechterkant daar kunnen komen. We besluiten parallel aan de route de sloot te volgen, op zoek naar een brug of een dam. Alleen twee haakse bochten naar links later, komen wij er achter dat er hier geen brug of dam is. Deze sloot blijkt helemaal rond het weiland te liggen. Enige optie lijkt te zijn om helemaal terug te lopen. Of… dwars door de sloot te waden, stelt Baudien voor. Al zagen we twee honderd meter terug nog wel een smalle lange balk liggen. Die kunnen we ook proberen?
Ready? Set. Go!
Voor de zekerheid pakken we de telefoons en autosleutels even in in plastic zakjes, en wagen dan voorzicht de oversteek over de lange balk. Alle bedachte komieke scenario’s ten spijt: we halen beide droog de overkant! We kunnen weer verder en lopen langs de voormalige vuilstort. Achter ons begint de lucht grijs en dreigend te betrekken. Erg veel schuilopties zijn hier niet. Hopelijk trekt de bui voorbij, of halen we het volgende dorpje Rottum voordat de boel losbreekt. Het lijkt wat spannend te worden, maar kunnen nog droog de rondte rondom de oude wierden lopen. Terug in het dorpje loopt de route een smal en begroeid kerkepad af. Zo begroeid dat het praktisch een tunneltje is geworden.
Met het eind van het pad in zicht wordt het lichter. Maar voordat we wijde wereld in trekken horen we in de bomen en bosschages boven ons de regen vallen. En toenemen. We besluiten maar even te wachten onder dit natuurlijke afdakje. Maar dan blijkt het slechts een voorbode van een wolkbreuk. Het regent plots zo hard dat het onder de bomen net zo nat lijkt te worden, en trekken dus snel regenjas aan en de hoes over de rugzak. We wachten 20 minuutjes, en kunnen dan met de laatste miezer onze route vervolgen.
Net boven Rottum loopt de route rondom het voormalig Helwerd. Waarschijnlijk één van de oudste wierden (terpen) van de regio en 100 jaar geleden deels afgegraven. Van dat er hier rond de middeleeuwen een levendig wierdedorp zou zijn geweest is niets terug te zien. Net als van een wonderbaarlijke genezing van blindheid door de missionaris Liudger. Het klinkt prachtig in Groninger verhalen, maar nu tref je hier slechts een paar bulten met gras, omkaderd door riet.
Het klaart weer goed op en we lopen het laatste stukje naar onze eindlocatie van vandaag: Usquert. Bij de kerk die gewijd is aan Peter en Paulus gaan we op zoek naar onze welverdiende Ziltepad-stempel. Binnen in de kerk staat de bekende Ziltepad standaard met nieuwe routeboekjes, en de stempel van Usquert. Wij zetten hem bij in ons boekje en kunnen na een tocht van ruim 31 km weer voldaan naar huis.