Vandaag gaan we niet alleen de middelste etappe van onze route op de Jacobsweg Nieumeghen lopen. Ook laten we daarmee definitief Overijssel achter ons en zullen onze wandelweg vervolgen in Gelderland. Vanuit het noorden is de reistijd naar de komende paar etappes steeds vergelijkbaar en deze ochtend start met een ritje van 80 minuten vanaf Joure naar Zutphen. We parkeren bij de P+R parkeergarage naast het treinstation en nemen mooi op tijd de trein van 9:03 uur vanaf spoor drie naar Deventer.
In de trein krijg ik van Baudien het nieuwe symbool overhandigd voor deze dag. Omdat we vandaag als bestemming Zutphen hebben, en Zutphen de torenstad wordt genoemd, is het symbool vandaag: de toren. En om er nog meer symboliek aan vast te knopen kan volgens de gebruiken binnen tarot, de toren rechtop of op de kop gegeven worden. Afhankelijk daarvan zou je vasthouden aan huidige gebruiken of juist open komen te staan voor grote veranderingen. De toren gaat rechtop het reisdagboek in en dan stappen we uit in Deventer.
Twee weken geleden, toen nog samen met Patrick, waren we geëindigd bij de Lebuïnuskerk in het centrum van Deventer. Hier start vandaag onze etappe, op het plein waar het zo ’s ochtends vroeg duidelijk rustiger is dan de vorige keer toen we nog in de middag aankwamen. Deventer slaapt nog een beetje. Vanuit het centrum lopen we via winkelstraatjes en steegjes langs de Bergkerk met zijn twee spitse torens, die aan een leuk authentiek pleintje staat.
Om de kerk heen lopen we vanuit een klein parkje een paar traptreden naar beneden en steken dan een druk kruispunt over. Via de Prins Bernhardsluis lopen we Deventer uit. We kijken nog één keer om richting de Wilhelminabrug en passeren dan de o zo drukke A1 ten zuiden van de stad. We steken de ook drukke Deventerweg over en komen dan aan op de oude Waterdijk. Los van het geraas van de nabij liggende A1 lijkt het hier op het oog in eens een oase van rust ten opzichte van zonet.
Over deels verharde en onverharde paadjes op de grens tussen Overijssel en Gelderland lopen we langs het dorpje Epse, dat vanwege de bedrijventerreinen van Deventer bijna aan de stad is vastgegroeid. We wanen ons hier in een soort Laren of Wassenaar. Grote percelen met forse huizen in door bossen omgeven weggetjes. Al het groen wordt prachtig afgewisseld met grote paarse rododendrons die hier vele tuinen sieren. We steken de Lochemseweg over en komen dan aan in het Hassinkbos. Met het felle zonnetje aan de hemel is het hier heerlijk wandelen in de verkoelende schaduwrijke bossen.
Na een paar kilometer komen we aan bij het volgende dorpje: Gorssel. Het valt ons op dat we deze etappe wel erg vaak het wandelgidsje er bij moeten pakken. Er zijn nauwelijks routestickers of bordjes te vinden. Aan de zuidkant verlaten we Gorssel en net voorbij de grote begraafplaats steken we over en lopen we op de onverharde Kolkweg. Ten hoogte van de twee kolken (kleine meertjes) slaan we linksaf. Vanaf hier is de route minder beschut en blijkt de zonnebrand geen overbodige luxe. Via de Mettrayweg lopen we verder en zien we een uurtje later de grote stalen bruggen bij Zutphen in het zicht komen. We zijn even in de war wanneer we een weg aantreffen (de N348) die helemaal niet in de wandelgids aangegeven staat. Maar als we de route vervolgen blijken we goed te zitten en komen we aan bij het Twentekanaal, ter hoogte van de grote donkere boogspoorbrug. Ter plaatse lijkt het wel of het sneeuwt. Bomen die hun witte bloesem laten vallen voor de donkere stalen brug.
Via de naastgelegen Eefdesebrug lopen we Zutphen in en volgt een kaarsrechte Deventerweg van zo’n kilometer tot aan de Canadians Bridge. Een plaquette geeft aan dat in WO2 de Canadezen hier zijn binnengevallen voor de bevrijding van de stad. Via de Coehoornsingel en het Bongerdspad langs de Molengracht lopen we steeds dichter bij het oude centrum. Dan komen we aan bij de 14e eeuwse Berkelpoort. Ooit gebouwd om nederzettingen aan beide kanten van het riviertje met elkaar te verbinden en ondertussen de stad te beschermen. De poort is deels gerestaureerd en gereconstrueerd, en geeft Zutphen nu een prachtig aanzicht.
Datzelfde geldt voor de stadsmuur aan de Armenhage en de Drogenaptoren waarvoor we kort van de route afwijken. Deze 13e en 14e eeuwse bouwwerken geven de binnenstad een middeleeuws karakter. Dan lopen we het allerlaatste stukje van de route tot aan de Walburgiskerk. De etappe zit er op. Tijd voor een welverdiend ijsje. We vinden in het centrum al gauw een ijssalon en nemen een heerlijke ijscoupe om de dag af te sluiten.