Vandaag zullen we torenstad Zutphen achter ons laten op het Jacobspad Nieumeghen, en lopen we onze neus achterna richting de stad bekend van de mosterd: Doesburg. Maar zoals meestal, begint de dag op de eindlocatie en moeten we eerst nog even met het openbaar vervoer naar de startlocatie. Nadat we geparkeerd zijn in Doesburg worden we al vlot opgepikt door een buurtbusje die ons naar de trein in Dieren zal brengen. Tien minuutjes later komen we aan in Dieren, maar blijkt de trein vandaag vervangen door een NS Stopbus. In ons geval wederom een klein 8-persoons buurtbusje. We zijn net op tijd, want wanneer we plaats hebben genomen blijken er nog een aantal mensen niet mee te kunnen. De chauffeur legt uit dat er op het laatste moment twee normale bussen zijn uitgevallen, en ze nu proberen de boel met kleine taxibusjes op te lossen. Afijn, wij kunnen mee en volgen de spoorroute naar Brummen. Al is niet iedere passagier er even vrolijk onder. Eén mevrouw is luid bellend aan het klagen over alle narigheid die deze vertraging met zich meebrengt.
Ook in Brummen blijkt er een zelfde uitdaging. Er stappen een paar mensen uit, maar er willen meer mensen het busje in. Baudien is zo schappelijk haar stoeltje te delen en ook de passagier ervoor lukt het vanwege het geringe postuur wat op te schuiven. Hierdoor kunnen twee vrolijke dames op leeftijd alsof op een krukje plaatsnemen op de rand van de stoel. Toch weer twee personen kunnen meekrijgen op de rit. Een kwartiertje later worden we veilig en wel afgezet in Zutphen en zit het OV-avontuur er op. Vanaf het treinstation lopen we naar de Walburgiskerk en kunnen we onze wandeltocht op de Jacobsweg Nieumeghen voortzetten.
Vanaf de kerk loop je 100 meter verderop via de Vispoortstraag de bebouwing uit en wandel je alweer aan de rivier de IJssel. Aan een aantal ondergelopen dammetjes en vlonders te zien staat het water aan de hoge kant. In de uiterwaarden treffen we een aantal nieuwsgierige koeien, en op het pad zelf zo nu en dan een hardloper of hondenbezitter. Verder is het hier vrij rustig. Na iets meer dan een kilometer komen we aan bij de grote betonnen Cortenoeversebrug. Via de andere kant lopen we via de fietshelling langzaamaan de 18 meter hoger gelegen brug op. We steken de IJssel over en kunnen aan de kant van Brummen de brug weer afdalen, ditmaal via een trap.
Na het Laag Helbergen gemaaltje volgt het pad de loop van de IJssel en kronkelen we langzaam mee. Hier is het een stuk drukker met diverse wandelaars en vooral een hoop fietsers. Hoewel het nog steeds bewolkt is, en de luchten in de verte grauwig en blauwig dreigen, blijft het droog en is het nergens koud.
Zwarte Haan
Even later moeten we ten hoogte van Brummen linksaf de Bronkhorsterweg in. Het naamgevende stadje ligt aan de overkant van de IJssel, wat betekent dat we wederom een oversteek krijgen. Deze keer via de Bronkhorsterveer die ons voor elk een eurootje overvaart naar de oostoever van de IJssel.
Aan de overkant worden we aangesproken door een vrolijke meneer op leeftijd die onze meegedragen Friese vlaggetjes opviel. “Zijn jullie helemaal uit Friesland komen lopen?“. Na een bevestigend ja-woord, vervolgd hij “Oh, dan bij de Zwarte Haan! Dat ken ik wel hoor. Dat hadden jullie niet gedacht, hè?!“. En hij fietst vrolijk door om aansluiting te vinden bij zijn fietsvrienden. Leuk dit soort kleine interacties.
Daarna lopen we al snel het ‘kleinste stadje van Nederland’ Bronkhorst binnen. Het stadje rondom een gelijknamig kasteel schijnt in de 17e eeuw volledig afgefikt te zijn. En de laatste resten van het kasteel zijn rond 1920 afgebroken. Tussendoor zijn er zo’n 60 pandjes herbouwd en die geven het compacte stadje een knus karakter. We treffen hier voor de tweede keer de vrolijke meneer van een half uurtje geleden, wisselen een paar woorden en lopen dan via het terrein van het voormalige kasteel het stadje uit. Langs de Grote Beek lopen we in een typisch Hollandsch landschap in de richting van de Bronkhorster molen. Hollands qua uitzicht, en qua ondergrond. Drassige kleipaadjes langs een beek.
Een kilometertje voorbij de molen, komt het pad uit op de grotere weg onder Steenderen. Deze weg volgen we tot aan het vakantiepark aan de IJssel. Via het vakantiepark komen we weer uit op de IJsseldijk en lopen we het laatste stukje naar Doesburg en komen uit bij de Martinikerk en De Waag.
We staan klaar om het eindpunt van deze etappe, de Martinikerk, fotografisch vast te leggen. Maar dan stopt er plots een meneer op een fiets. Hij lijkt nog het meest op wijlen Wim de Bie, die in niet mis te verstane bewoording uitlegt dat wij met onze actie zijn portretrecht dreigen te ondermijnen. Baudien geeft aan dat ze gerust de meneer op zijn fiets voorlaat.
Maar daar kan geen sprake van zijn volgens de meneer. “Ik ben nu al voor je gestopt. Je gaat die foto nu dan maken ook.“. De man raaskalt nog wat over dat de jonge mensen van tegenwoordig steeds maar genoegen nemen met een digitaal model van de werkelijkheid. Wat bezielt de jeugd! Baudien vraagt wat het voor hem zou betekenen als wij er juist een afdruk van zouden maken. Maar ook dat blijkt olie op het vuur. “Concessies mevrouw! Afdrukken van een digitale bron hebben niets te maken met de beleving van de werkelijkheid. Het zijn slechts concessies!” pruttelt de man voort, voordat hij toch nog afsluit met het wensen van een goede dag.
Mosterd, vóór de maaltijd
We zijn niet de enigen die deze interactie bijzonder vonden, gezien diverse verbaasde blikken van passanten die er soms zelfs even voor waren afgestapt. Met onze verse digitale opnamen op zak kunnen wij verder. We willen namelijk nog even een kijkje nemen bij de mosterdfabriek, tevens museum, hier in het centrum van Doesburg. We kopen een entreekaartje, en mogen dan het compacte fabrieksmuseum in het thema van mosterd en azijn betreden. Er staan diverse maalmolens, vulapparaten, en allerhande toebehoren. Voorzien van naambordjes, krantenknipsels en een tafeltje met een kleine proeverij. Leuk om even gezien te hebben. Als souvenirtje neemt Baudien nog een paar potten mosterd en azijn mee uit het winkeltje.
Dan lopen we terug naar het café-restaurant De Waag waar we afsluiten met een drankje en een gebakje. Appeltaart en MonChou-taart deze keer. Het zijn flinke porties, maar die gaan er na zo’n dag wandelen wel in. En dan keren we terug naar de auto die net buiten het centrum geparkeerd staat. In anderhalf uur rijden we terug naar ons carpoolpunt in Joure en keren we beide huiswaarts. Een klein beetje weemoedig, aangezien we ons tweewekelijks ritme op de Jacobswegen voor het eerst dit jaar zullen gaan onderbreken. 😱
Maar die onderbreking valt niet helemaal uit de toon. Over twee weken zien we elkaar hier weer op de carpool, samen met Patrick. Dan zullen we vertrekken naar onze wandelvakantie in de Cotswolds in Engeland. Daarover later meer!
Routekaart
De route van Zutphen loopt via Brummen en het kleinste stadje Bronkhorst naar Doesburg. In totaal 23 kilometer van de Walburgiskerk tot aan de Martinikerk.