Last-minute besluit ik op deze besneeuwde zondagmorgen te gaan wandelen. Niets voorbereid. Een OV-verbinding die ernstig te wensen overlaat. En nu? Nou dan de fiets maar achterop de auto en zelf voor OV spelen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik hang mijn fiets op de auto, trek gauw warme kleding aan en smeer nog gauw een broodje.
Eerst rijdt ik naar Veenhuizen. Het sneeuwt nog wel, maar de temperatuur is net boven nul. De vijfde etappe van het Drenthepad zal eindigen bij het gevangenismuseum in Veenhuizen. Op de ruime parkeerplaats parkeer ik de auto en haal ik mijn fiets er af. Nu nog naar de start van vandaag. Vanuit Veenhuizen fiets ik richting de bossen. Inmiddels gaat het weer iets harder sneeuwen. Tegen de tijd dat ik het Fochteloërveen binnenrijdt gaat de sneeuw over in een motregen. Dan toch maar even de regenkleding aantrekken. Voorzichtig fiets ik verder over de besneeuwde en gladde paadjes. Na een uurtje fietsen kom ik aan Appelscha. Ik haal nog even een paar mueslibollen voor de wandelende lunch van straks en dan stal ik mijn fiets in het centrum bij de Boerestreek.
Via het Smitslaantje loop je naar de Opsterlandsche Compagnonsvaart. Over de handbediende voetgangersbrug de Riemsdraai passeer je de vaart en aan de Noordzijde loop je even later linksaf de Eerste Wijk in, het dorp uit. Na zo’n 2 kilometer lopen kom je langs het dorpje Ravenswoud. met een herkenbare monumentale stalen ophaalbrug. Deze brug is rond 1894 gebouwd in Appelscha, en later in 1955 is hij verhuisd naar de huidige locatie.
Het wandelpad loop langs het water door de bossen in die de zuidkant van het Fochterloërveen markeren. Een kwartiertje later komt het pad uit op een splitsing. De wandelroute is linksaf. Maar voor rechts staat een uitkijktoren aangegeven. Die wil ik natuurlijk wel even meepakken, dus rechtsaf. En na 500 meter bospad doemt tussen de bomen een grote 7 op. Een informatiebord geeft aan dat de 7-vormige uitkijktoren zo’n 18 meter hoog is. En om rekening te houden met mensen die minder op hoogtes zijn gesteld, zijn de trappen schuin ten opzichte van elkaar geplaats, zodat je onderweg naar boven de hoogte niet goed kunt overzien. En daarmee ook minder last van hoogtevrees zou moeten hebben. De toren zelf is gebouwd binnen een stalen constructie en bekleed met larikshout uit de lokale bossen. Ik klim naar boven en het uitzicht is er prachtig!
Dan keer ik terug naar de hoofdroute, en neem op de eerdere splitsing de andere richting. Bij een paar veeroosters en hekken wordt aangegeven dat in het volgende gebied loslopend vee staat. Je wordt verzocht de rust te bewaren en steeds minimaal 25 meter afstand te houden van de lokale begrazers. Al gauw tref ik een kudde runderen. Die hebben duidelijk de bordjes niet gelezen, want ze blijven pontificaal op de wandelroute grazen. Dan er zelf maar omheen. Verder op hetzelfde verhaal met een groep paarden. Al zijn die beesten wat voorzichtiger en zodra ze mij opmerken rennen ze de wijde wereld in om zich veilig te wanen aan de overkant van een poel. Mooi, ik kan verder. Ik heb het niet zo op dit grote dieren, dus ik ben blij als ik de andere kant van dit gebied heb bereikt en de veeroosters weer kan oversteken.
Hier volg je een paar honderd meter de verharde weg door het Fochteloërveen. Nog even een kort bezoekje aan de vogelkijkhut, en dan komt de grote over steek door het veengebied. Eerst een klein stukje over het fietspad, maar dan wijkt het wandelpad naar rechts en wordt het een heel smal paadje dwars door het veen. Vlak voor de Fries-Drentse grens kom je terug op het fietspad. Vanaf hier loopt het kaarsrechte pad een paar kilometer door, door de bossen, tot aan het Veenhuizerkanaal.
Langs de Hoofdweg en de Esweg kom je aan de noordkant van het dorp Veenhuizen. Langs de blubberige Meidoornlaan loop je richting de bekendste delen van het dorp: namelijk het gevangenisterrein. Eerst kom je langs de zwaar beveiligde poorten van P.I. Esserheem. Daarna loop je op het Gevangenismuseum af. Hier begon vanmorgen mijn dag, in de sneeuw, op de fiets. Door de regen en de iets gestegen temperatuur is er niet veel meer over van de sneeuw. Ik mag nog even langs Appelscha om mijn fiets weer op de pikken, en dan gauw weer naar huis.