Na het uitstapje op de Cotswold Way in Engeland, zijn we nu weer terug op eigen bodem voor een vervolg op de Jacobswegen. Op de dag dat bij ons in het noorden de zomervakantie begint hebben we afgesproken weer een paar etappes van het Jacobspad Limburg te gaan lopen. Deze keer gaat Jorrit met ons mee te kamperen, maar hij zal daar het Limburgse verkennen op de fiets.
Vanwege de verwachte vakantiedrukte spreken we al vroeg af op de carpoolplaats: half zeven in Lemmer. De drukte valt reuze mee en drie uurtjes later zijn we al in Roermond. Baudien en ik worden afgezet op het Stationsplein, en Jorrit zal doorrijden naar de gereserveerde camping in Kessenich, en vanaf daar zijn tocht starten. Wij beginnen hier, en de horloges kunnen op Start.
Roer👄
Door het centrum van Roermond lopen we naar de eindlocatie van de vorige etappe. Afgelopen april zijn we bij de Sint Christoffelkathedraal geëindigd, nabij de monding van rivier de Roer. Vandaag krijg ik op de trappen van de kathedraal de volgende symbolische tekening overhandigd, die deze keer in het teken van het runenschrift staat. En dan kunnen we echt los.
Via de Markt komen we bij de Brugstraat. Een bijzonder plekje voor ons, herinneren we nu, nu we aflopen op de stenen Maria Theresia Brug. Precies twee jaar geleden liepen we hier samen met een paar vrienden en familie, en kwam toevallig het onderwerp Cotswold Way ter sprake. De eerste ideetjes werden toen enthousiast ontvangen. Nu twee jaar later hebben dat plan al gerealiseerd en was dat onze laatste wandeling van een paar weken terug.
Via de Voorstad Sint Jacob lopen we zuidwaarts tussen de Roer en de Maas. Hier gaat Roermond over in het dorpje Herten. Volgens de website van het Jacobspad Limburg zouden er hier onderweg diverse stempelplaatsen zijn bij straatkappelletjes, maar steeds wanneer we daar zijn lijkt de poging tevergeefs. Allerlei pracht en praal, maar geen stempels. Vanaf de kerk van Linne verlaten we de bebouwing en komen op een gravelpad te wandelen. Hier kijk je recht uit op de schoorstenen en enorme 120 meter hoge koeltorens van de Clauscentrale die al kilometers eerder zichtbaar werden.
Dan steken we de Maas over, in een aantal delen. Het begint bij Waterkrachtcentrale Linne, die samen met een 120 meter lange stuw de oude kronkelende Maas afsluit. Hier steek je via grote metalen brugconstructies de stuw over, terwijl het rivierwater bulderend de stuw onder je af klettert. Dan kom je aan bij Sluis Linne, de eerste van twee. Deze is gebouwd in wederom het kronkelende deel van de Maas. Langs een enkel straatje met huisjes kom je dan 200 meter verderop bij Sluis Heel, die gebouwd is in kanaal tussen Linne en Bunnegum, waarmee je een paar scherpe bochten in de Maas kunt afsnijden en even voorbij Roermond weer op de Maas uit zou komen. Wij steken de sluis boven, en lopen aan de overkant naar het dorpje Heel.
Voorbij Heel komen we weer aan de oevers van de Maas, nu bij Wessem. Deze plek doet ons terugdenken aan onze Pieterpad route vlak voor Tolkamer en Millingen. Voorbij de recreatiehavens bij Wessem komen we over een enorm vakantiepark. Deels nog in aanbouw, maar een groot deel is ook al in gebruik. Het blijkt Parc Maasresidence Thorn. Aan de nette en ruime huisjes, en de dikke auto’s te zien, slapen wij vanavond waarschijnlijk een stuk goedkoper.
Toer, it witte sjtadje
Langs de Thornerbeek komen we in idyllischer omgeving. Uitzicht op de abdijkerk van Thorn voor ons, en een mooie kasteelhoeve links van ons. Over de Waterstraat komen we Thorn “het witte stadje” ingelopen. Veel van de huizen en andere gebouwen zijn hier helderwit geschilderd. Het contrasteert mooi met de nette onderhouden tuinen met vaak kleurige bloemetjes. Via kasseiwegen lopen we naar de Abdijkerk, wat onze laatste hoop is op een stempel op deze etappe. De kerk zelf blijkt niet vrij toegankelijk, maar bij een soort van receptie in een halletje kunnen we van de gastvrouw een stempel ontvangen. Niet de rijkst gedecoreerde, maar wie het kleine niet eert…
Over het dorpsplein De Wijngaard lopen we het centrum uit. En dan komt daar plots de meest gesoigneerde wielrenner van de dag de hoek om rijden. Het is Jorrit! Zijn 100 kilometer lange fietstocht door Belgisch Limburg zat er op, en hij besloot ons vast even op te zoeken. Here we are! We lopen samen Thorn uit, en passeren hier bij de Itterbeek en daarmee ook de Nederlands-Belgische grens. De laatste kilometer is ingezet. Bij de Sint-Martinuskerk van Kessenich kunnen de horloges op Stop. Morgen zullen we vanaf hier de Jacobswegen voortzetten. Maar het is eerst tijd om kamp op te slaan.
Op de camping
Hier om de hoek hebben we een veldje gereserveerd op de kleinschalige camping Biej Bôkke. Een compacte boerencamping met plaats voor max 14 caravans, en een handjevol trekkerstentjes. Wij vallen onder die laatste categorie en zetten onze tentjes op bij de tentweide direct naast de boerderij. Het veld is strak gemaaid, alles ziet er piekfijn en schoon uit, en in no-time staan de tentjes. Tijd voor een frisse douche!
Voor het avondeten rijden we met de auto terug naar Thorn en gaan we eten bij Trefpunt 1711, een eenvoudig en ruim dorpsrestaurant. De heren van de bediening zijn razendsnel en we zitten zomaar aan een koude cola. Ook ons avondeten laat niet lang op zich wachten. We eten er een prima maaltijd, maar laten wel wat ruimte over voor een toetje. We hadden namelijk al gespot dat er verder een ijssalon van Clevers zat. En met al die sportiviteit deze dag is een ijsje zeker verdiend.
Na een boodschapje keren we terug naar de camping om nog heel even spelletjes te spelen. En dan is het tijd voor de nachtrust. Maar niet voordat een andere campingbezoeker nog een half uurtje op haar Ukelele tokkelt. En ook niet voordat er aansluitend nog één of ander muziekfeest in de verte hits de donkere nacht in pompt tot een uur of 03:30…
Routekaart
