De tweede etappe van dit Pieterpad-weekendje is etappe 16. We zullen van het kleine plaatsje Braamt, waar we gisteren onze 15e etappe afsloten, nu onze route vervolg naar het aan de Rijn (lees Waal) gelegen: Millingen aan de Rijn.
De wekker, op verzoek voorzien van Mongoolse keelzang, gaat mooi op tijd af. Tandjes poetsen, de tas inpakken, ontbijten en dan nog kort een paarboodschappen bij de supermarkt tegenover het hotel. En dan zitten we net na 8 uur in de auto richtingen Millingen aan de Rijn. We parkeren in het centrum nabij de Sint-Antonius van Paduakerk. Omdat de verbinding van het openbaar vervoer vanaf hier naar Braamt ernstig te wensen overlaat hebben we vooraf alvast een taxi gereserveerd. Die is er ruim op tijd en de vrolijke chauffeur laat ons plaatsnemen in zijn chique Jaguar. In een dik half uur en met een kleine doorsteek door Duitsland, worden we teruggereden naar de startplek van vandaag in Braamt.
Het is nog geen 10 uur, maar we kunnen van start! En dat mag ook wel, want we hebben voor vandaag een route van 24 kilometer voor de boeg. Dolenthousiast stappen we de paden op, de lanen in, het dorpje uit, het mooie weer tegemoet. Wanneer we op een hoofdweg geen routeaanwijzigingen meer aantreffen kijken we toch even op de kaart. Oeps, verkeerd gelopen. Gelukkig maar een paar honderd meter, dus we keren terug en nemen even later de gemiste afslag.
We passeren verderop nogmaals dezelfde hoofdweg waarna het pad direct het bos in gaat. En hoe! Want de op de kaart aangegeven lange rechte paden, blijken in tegenstelling tot bijvoorbeeld in Drenthe, hier geen kaarsrechte lanen te zijn, maar we mogen gaan klimmen. Dit pad is een zandpaadje door het bos en gaat al gauw de flink te hoogte in. Langs de Hettenheuvel van 93 meter, en de Rijsberg van 76 meter hoogte, ga je steeds verder het bos in. Uiteindelijk kom je op de Hulzerberg van 82 meter uit, waar je nog wat meer hoogtemeters kunt maken. Dan beklim je de imposante houten uitkijktoren met zijn 104 traptreden. Een hele klim, maar wel met een mooi uitzicht.
Vanaf deze toren zien we het volgende hoge punt ook al liggen: de Sint-Vituskerk van Hoch-Elten. De uitkijktoren staat namelijk in het laatste Nederlandse stukje van dit bos. Nadat we de snelweg A3 oversteken, die dit bos doorkruist, vervolgt het bospad zich over Duits grondgebied. Langs het Barfusspfad (blotevoetenpad) komen we aan in het kleine buurtschap Hoch-Elten, wat bovenop de 82 meter hoge Eltenberg ligt. Inmiddels is het lunchtijd en ook hoog tijd voor een sanitaire stop. Hoe toepasselijk dat zich juist hier 100 meter voor ons Pannekoekhuys Hoch-Elten bevind. Een verse pannenkoek blijkt een prima aanvulling op de zelf meegebrachte krentenbollen. Das hatte gut geschmeckt!
We wijken iets af van de route. Bij de grote Sint-Vituskerk staat aangegeven dat er een uitzichtpunt is links van de kerk. Daar willen wij wel even kijken. En eigenlijk is het onbegrijpelijk dat het Pieterpad niet deze kant van de kerk langs gaat. We kijken hier vanaf de Eltenberg het Rijndal in richting Emmerich. De grote rode tuibrug die 5 kilometer verderop de Rijn overspant is goed zichtbaar. Wel is het door de warme klammige dag iets minder helder in de verte.
Hey jullie! Wel even blijven opletten!?!
Aan de westkant van de kerk sluiten we weer aan op het Pieterpad en kronkelen via de kleine paadjes de berg af. Totdat, we even later mensen achter ons horen roepen. 150 meter terug staat een groepje van 4 andere Pieterpad-lopers te roepen. Of we terugkomen. Ze hadden ons bij het pannenkoekhuis ook gezien, en zij hadden de iets verstopte wegwijzer in een haarspeldbocht wel gezien. En wij niet. Wat ontzettend fijn dat ze zo alert waren ons terug te roepen. De route waarop wij zelf liepen bleek van het kruisende Noaberspad wat dezelfde wit-rode vlaggetjes gebruikt. Oeps. Alweer bonusmeters. We keren om en volgens onze redders het laatste stukje de berg af.
Via een tunneltje onder het spoor door komen we uit op de Spyker Weg, die de volgende kilometer de Nederlands-Duitse grens volgt. We passeren een recreatievoorziening Uutbloashuukske, dat hier speciaal voor wandelaars en fietsers is aangelegd. Wij hebben net gepauzeerd dus slaan deze even over en slaan rechtsaf richting het dorpje Spijk. Langs de buitenkant van het dorpje kom je aan bij de rivierdijk van de Rijn. Het eerste deel lopen we langs de dijk over een recent aangelegd fietspad. Dit loopt een stuk rustiger dan bovenop de rivierdijk, waar het flink druk is met auto’s, motoren en fietsers die genieten van het zomerweer.
Een paar kilometer later komen we aan bij het grensdorpje Tolkamer, waar vroeger de scheepvaart mocht (lees: moest) aanmeren om de grenspassage te bekostigen met tol. Na het dorpje lopen we langs een binnenhaven voor binnenvaartschepen. Hierna wordt je van de dijk afgeleid en loop je aan de Rijn-zijde langs de tijd door het hoge gras. Ten hoogte van een begraafplaats met oorlogsgraven keren we terug op de dijk. De route voert vervolgens langs de grote recreatieplas De Bijland waar volop gezwommen, gezeild en gevaren wordt. Na de camping mogen we linksaf en volgen we het fietspad weer terug richting de Rijn.
Schipper mag ik overvaren?
Hier zullen we met een veerpontje de Rijn moeten oversteken. Volgens de dienstregeling is er ieder heel uur een afvaart en bij voldoende klandizie blijft men pendelen. Nou, met dit weer zit dat laatste wel snor. Inmiddels 15:45 uur wordt het pontje net weer volgelaten aan deze noordzijde. Wij zetten een paar passen bij om ook nog op tijd aan boord te kunnen en worden dan in 5 minuutjes overgevaren. En dan zijn we al in Millingen aan de Rijn, wat geografisch niet helemaal een kloppende naamgeving blijkt. Een kilometer eerder, ten hoogte van het dorpje Tolkamer komen namelijk de Boven-Rijn en de Griethauser Altrhein samen in wat nu de Waal heet. Het mag onze pret niet drukken.
Vanaf de dijk lopen we het het laatste stukje naar het centrum van Millingen. Het is vier uur in de middag. Mooi op tijd om huiswaarts te keren en dan nog enigszins op tijd thuis mee te kunnen eten. Na een kleine twee uur rijden zijn we weer in Heerenveen. We nemen afscheid en rijden elk gauw naar huis. Weer thuis bij vrouw en kinderen die benieuwd zijn naar de verhalen en de foto’s. Het was beregezellig en een prachtig wandelweekend met bijpassend weer. Maar dan ’s avonds thuiskomen en na een frisse douche weer heerlijk in je eigen bedje te kunnen slapen is goud.