In een soort van spontane opwelling besluit ik last-minute de volgende dag weer een etappe te willen gaan lopen. Schoonloo-Sleen is aan de beurt. De zesde etappe van het Pieterpad zou volgens de wandelgids grotendeels de Drentse bossen moeten doorkruisen. Met een afstand van 24 kilometer is dit één van de twee langste etappes. Daarom wil ik vroeg gaan starten. Dan eet ik over de helft en zal ik ook niet al te laat binnen zijn.
Zo gezegd zo gedaan. Maandagochtend gaat de wekker. Het is nog flink donker. Broodjes smeren, de laatste spullen in de tas en iets na 7:00u zit ik in de auto richting Sleen. Ik parkeer de auto direct voor de Dorpskerk aan de Brink. Bij de AH verderop haal ik nog gauw wat fruit en loop in een paar minuutjes door naar bushalte Boelkenweg aan de rondweg van Sleen. Een klein 8-persoons lijnbusje pikt me op en brengt mij in 10 minuutjes naar Emmen. Daar mag ik een kwartier later overstappen op de buslijn 21 richting Assen. Een kleine 20 minuten later komt halte Schoonloo Rotonde in zicht en stap ik uit. De wandeling kan beginnen!
Vanuit Schoonloo loop je het dorpje uit en kom je na een kilometer al aan in de bossen. Bomen, heel veel bomen, en zandpaden. Na een kwartiertje boswandeling maken de zandpaden plaats voor ouderwetse flintwegen. Deze weggetjes van zo’n 3 meter breed zijn gekenmerkt door de natuurlijke keitjes die rechtopstaand in het zandbed zijn gestraat. Dit levert een oersterke weg op, maar is door alle opstaande kanten wel vrij hobbelig te bewandelen.
Na kilometers flintweg en diverse andere bospaden kom ik haaks op de looprichting een geasfalteerd fietspad tegen. Hoewel hier ter plaatse niets staat aangegeven begreep ik uit de wandelgids dat iets ten noorden de Kielse Kei zou liggen. Ik wil alles meemaken, dus sla linksaf. Na 200 meter zie ik twee grote stenen beeldhouwwerken. Dit komt niet helemaal overheen met een Kielse Kei? Ik zie een wegwijzerbordje staan dat ik een klein zijpaadje in kan. Hier kom ik na 100 meter inderdaad een heule grote kei tegen. In een kuil. Eerlijk gezegd had ik er iets mooiers van verwacht, want meer dan kuil+kei is het ook niet. Wel staat er een bankje waar ik kort pauzeer. Daarna loop ik binnendoor terug naar de hoofdroute.
Het pad vervolgt zich een paar kilometer, waarna je bij het Oranjekanaal aankomt. Via een voetgangersbrug steek je het brede kanaal over om aan de overkant, hoe verrassend, weer het bos in te duiken. Dit pad is iets afwisselender en zigzagt langs een paar akkers, boomgaarden en vennen naar een grote speelweide. Voor de ervaren Pieterpad-lopers is dit het veld met het Pieterpad-monument. Een stenen beeldhouwwerk in drie gestapelde delen, waarbij de bovenste kei is uitgehold met een kijkgat er in. Het imposante bouwwerk staat op een grasheuvel aan de overkant van de speelweide. Met inmiddels 17km in de benen is dit een prima plek om even kort te pauzeren.
De broodjes zijn op, en de voetjes weer afgekoeld. We kunnen verder! Vlak na de speelweide komt links een groot grasland in zicht. Net als bij de Kielse Kei, staat hier lokaal niets aangegeven, maar ook hier gaf de wandelgids een point-of-interest aan. Ik neem de kleine wandelpaadjes parallel aan het grasveld en loop door tot aan de hoogte van vakantiebungalowtjes. Hier sla ik rechtsaf dieper de bossen in en kom op 100 meter van het grasveld de bezienswaardigheid tegen. Hier ligt hunebed D49, ook wel bekend als de Papeloze Kerk. Vroeger werden hier stiekeme veldpreken gehouden die buiten het zicht van de katholieken (de papen) moesten blijven. Het hunebed is gerestaureerd in twee delen. Een gesloten grafheuvel rechts zoals deze oorspronkelijk werd aangelegd. En een open deel aan de linkerkant, zodat de structuur van de steenformatie goed zichtbaar is.
Vanaf het hunebed loop ik binnendoor richting de hoofdroute. Hier kom ik onderweg nog restanten van Celtic Fields tegen. Ouderwetse akkers van zo’n 30×30 meter met walletjes er omheen. Weer even later kom ik aan bij ‘de Galgenberg’. Deze prehistorische grafheuvel is o.a. vindplaats van wapenuitrustingen van rond 1300 voor Christus. Wapens zie je er nu niet meer liggen. Ook de naamgevende galg is alleen terug te vinden in oude verhalen. Wat hier rest in een aarden heuvel met daarom heen een grote krans met palen en keien.
De laatste bezienswaardigheid in dit bos in het vliegtuigmonument. Dit monument ligt wel direct aan het Pieterpad en is gebouwd op de plaats waar in mei 1943 een Engelse bommenwerpen ten gronde kwam. De inzittenden zijn na een felle brand herbegraven op de begraafplaats in Sleen. De plaats van het ongeval is in de oorlog al grotendeels leeggeroofd, dus wat rest is een betonnen monument met naamplaatjes van de omgekomen militairen.
Na ruim 20 kilometer bos, bos, bos, bos, zandpaden, flintwegen en bos loop ik door het fietstunneltje onder de N381 (Beilen-Emmen) de opener wereld in. De laatste kilometers zijn over verharde binnenwegen richting het eindpunt. Aan de noordkant kom je Sleen binnenlopen waarbij het eindpunt, de Dorpskerk, al gauw zichtbaar is. Zo groot is Sleen nu ook weer niet. Maar hij zit er op. In de pocket! 24 kilometer solo. Moe maar voldaan stap ik in de auto en keer ik weer huiswaarts.